① Handhaaf voldoende inlaatdruk: zorg ervoor dat de inlaatdruk bij de pomp altijd boven de dampdruk van de vloeistof ligt. Dit kan worden bereikt door het gebruik van zuigdrukversterkers te gebruiken, het oliereservoir op een geschikt niveau te houden en buislengtes en beperkingen te verminderen om de drukverliezen bij de inname te minimaliseren.
② Elimineer lucht uit het systeem: het is cruciaal om ervoor te zorgen dat lucht niet in de vloeistof wordt meegevoerd. Juiste systemen spoelen en bloeden tijdens de installatie, en regelmatige controles op lekken in zuiglijnen, helpen voorkomen dat lucht het systeem binnenkomt.
③ Optimaliseer systeemontwerp: ontwerp het hydraulische systeem om plotselinge drukval en overmatige vloeistofsnelheid te voorkomen, met name nabij pompen en kleppen. Zorgen voor voldoende buisdiameters, het vermijden van scherpe bochten en het verminderen van fittingen en beperkingen kan helpen stabiele drukomstandigheden te handhaven.
④ Gebruik cavitatieresistente vloeistoffen: kies hydraulische vloeistoffen met goede anti-cavitatie-eigenschappen, die de drukschommelingen beter kunnen weerstaan en de stabiliteit kunnen behouden, zelfs onder veelgevraagde omstandigheden.
⑤ Installeer de juiste besturing van de olietemperatuur: het handhaven van de hydraulische olie binnen het optimale temperatuurbereik vermindert de kans op cavitatie. Hoge vloeistoftemperatuur vermindert de viscositeit van de vloeistof, die de druk kan verlagen die nodig is om de stroom te behouden, wat mogelijk leidt tot cavitatie. Koelsystemen en warmtewisselaars moeten worden geïnstalleerd om vloeistoftemperatuur binnen veilige limieten te handhaven.
⑥ Regelmatig onderhoud en monitoring: routinematige inspectie en onderhoud zijn essentieel voor het identificeren van vroege tekenen van cavitatieschade. Het installeren van bewakingssystemen die cavitatie kunnen detecteren (bijv. Druk- en stroomsensoren) kan het probleem helpen detecteren en beperken voordat het aanzienlijke schade veroorzaakt.